De
meisjes hebben hun vrijheid ontdekt. Sinds een maandje kunnen ze goed
fietsen en waren het eerst nog rondjes op de parkeerplaats voor de
deur, al gauw werd gevraagd of de grens een beetje verlegd kon
worden.
Na
een paar keer samen oversteken, via het zebrapad, fiets aan de hand,
mochten ze zelfstandig de straat in. Wij wonen net buiten de straat,
dus er moet altijd overgestoken worden. In de straat wonen twee
kinderen van school, die helaas nog niet mogen oversteken. Ook woont
er een overblijfjuf in de straat en is in het wijkje achter de straat
een speeltuin en aan de andere kant een speelbos(je). Ik geef ze dus
geen ongelijk dat ze op avontuur willen, genoeg te doen.
Elk
niet ingevuld moment, zijn ze op pad met zijn tweeën. En hoewel het
een natuurlijk proces is, vind ik het wel een dingetje. Het is weer
loslaten met een hoofdletter L.
Dat
dat voor veel mensen lastig is tegenwoordig, merkte ik aan het feit
dat schoolgenootje 1 ook een meisje van zes uit groep drie, nog niet
alleen naar de speeltuin mag. Als ik vraag waarom ze dat niet mag (ze
hoeft tenslotte niet over te steken) antwoorden de meisjes dat haar
moeder bang is dat ze ontvoerd wordt.
Ik
weet niet of ze daar aanleiding toe heeft, maar het zette me wel aan
het denken.
Niet
zo zeer of ik daar ook rekening mee moest houden, maar meer of we
daar niet een beetje in doorslaan. Ik heb geen wetenschappelijk
onderzoek gedaan, maar zou het nou echt zo zijn dat er tegenwoordig
meer kinderen ontvoerd worden dan vroeger?
Naar
mijn idee speelden wij vroeger al veel eerder buiten zonder papa of
mama. Iedereen speelde buiten, daar vond het leven plaats. Maar het
moet gezegd, de sociale controle was ook waarschijnlijk wat groter.
In ieder geval in het buurtje waar ik ben opgegroeid. Een volksbuurt
waar 's avonds voor de huizen op de stoep met elkaar een pilsje werd
gedronken, terwijl de kinderen balletje trap in de straat deden.
Jagen
we onze kinderen geen angst aan door ze te zeggen dat ze niet mogen
spelen omdat we bang zijn dat ze ontvoerd worden? Kunnen we ze niet
beter leren wat te doen in bepaalde situaties?
Ikzelf
maak me eerder zorgen over dingen zoals dat ze te dicht bij de sloot
spelen en er dus invallen. Dus geef ik ze in ieder geval die
handvatten mee; “zolang je nog geen zwemdiploma hebt, blijf je uit
de buurt van water als wij er niet bij zijn”. Ik kan het niet
controleren of dit ook daadwerkelijk doen, maar hoop dat ze stiekem
nog ergens een beetje gehoorzaam zijn.
Je
kunt ze nou eenmaal niet in een glazen kooitje stoppen. Ze moeten
leren met vallen en opstaan. Zowel figuurlijk als letterlijk. Dit
kunnen ze alleen maar leren als wij ze het vertrouwen geven. Neemt
niet weg dat dit een lastig proces is. Maar bij nummer 3 en 4 gaat
het in ieder geval heel wat makkelijker als bij nummer 1!
De
meisjes zijn dus heerlijk op pad, halen bij het ene klasgenootje
watermeloen, worden door de moeder van het andere klasgenootje
voorzien van een pleister bij een valpartij, maken nieuwe vrienden in
de speeltuin en scoren bij de overblijfjuf een ijsje. Ze schromen
totaal niet om zichzelf overal uit te nodigen, deze twee sociale
beesten. Aan het meegeven van deze handvatten wordt nog volop
gewerkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten