woensdag 10 mei 2023

Gemis

Wat hadden wij twee heerlijke weken op de Peloponnesos in Griekenland. De eerste vakantie met alleen de jongste twee kinderen en daarnaast ook de eerste vakantie naar het buitenland sinds het overlijden van papa en mama. 

Papa overleed in augustus, ondanks zijn COPD, toch voor ons allemaal onverwacht en snel. De weken daarna stonden in het teken van zaken regelen en voor mama zorgen. Naast het enorme verdriet om het verlies van papa, heb ik deze periode ook ervaren als verbindend. 

Mama had het er zichtbaar moeilijk mee, maar stopte haar gevoelens weg. Ze uitte zich opstandig en boos en wilde ook niet huilen, want dan zagen wij, de kinderen en de kleinkinderen, haar huilen. En zich kwetsbaar opstellen, dat kon ze niet. Ik vermoed dat ze dat ook nooit geleerd heeft. Wij, de kinderen, spraken uit dat het goed was om verdrietig te zijn, dat ze zich niet in hoefde te houden voor ons. Toch bleef dit lastig voor haar. Helaas hebben wij het wegstoppen van emoties ook van huis uit meegekregen, dus daarin hebben we nog een weg te gaan. 

Met haar gezondheid ging het steeds slechter. Tijdens een gesprekje dat ik met haar had, gaf ze aan dat het van haar eigenlijk niet meer hoefde, ze vond er geen reet aan zo. Ze had ook geen zin meer in alle ziekenhuisbezoeken die gepland stonden. Ik heb toen tegen haar gezegd, dat dat goed is. Het is haar leven, als zij er voor kiest om niet meer naar het ziekenhuis te gaan, is dat goed en accepteren wij dat.

Helaas ging mama enorm snel achteruit en overleed ze precies 75 dagen na papa. Weer waren we samen en moesten we beslissingen nemen, alleen dan nu zonder mama en zonder dat we wisten wat ze eigenlijk wilde. Want praten over de dood, nee, dat deed ze ook niet. Weer brachten we een week door in verbondenheid, namen we op een prachtige, intieme manier afscheid van mama. Met het grote verschil dat we dit eigenlijk helemaal niet wilden, niet weer op deze korte termijn een afscheid regelen. Maar natuurlijk hadden we niets te willen.

Na het afscheid, kwam het leegruimen van het huis. Niet ons ouderlijk huis, dat maakte het, in ieder geval voor mij, makkelijker. Ik heb zelfs nog nooit in dat huis gewoond, dus met het huis geen binding, met papa en mama des te meer. Ook dit droeg bij aan een stukje verwerking voor ons alle drie en het leidde af van het grote verdriet en gemis. 

Na het opruimen, kwam de leegte, ik vulde hem op met werken, werken, werken, bezig zijn, bezig blijven. Na het opruimen was het ook nog geen waarheid, ondanks dat er geen plek meer was waar we heen konden. Ik bleef het nog ontkennen, ik bleef nog wachten.

Totdat ik mezelf toestond om te vertragen. De week voorafgaand aan de reis naar Griekenland, was op het werk hectisch en veel. Op vakantie ging ik dus van 100 naar 0. In 1 keer. Bam.

En die kwam binnen. Niet 24 uur per dag en niet elke dag. Maar wel op veel momenten. Het besef...ik heb geen ouders meer, het besef ze zijn echt weg, het niet meer kunnen sturen van een leuke vakantie foto, of een appje, we zijn er. 

Bij het ophalen van de as in februari had ik met mijn broertje een gesprekje; of hij het gevoel van eenzaamheid herkende en dat dat zo gek is, want je hebt toch mensen om je heen, een gezin, familie, vrienden. Maar het feit dat je, ondanks dat je al jaren op eigen benen staat, opeens geen ouders meer hebt, maakt dat je je zo leeg en losgelaten voelt. Hij herkende het. Samen stonden we een potje te janken. Mijn zusje kwam van de wc terug en zag ons huilen, ze maakte er een grapje over, ben ik even weg, staan ze weer te janken. Een lach en een traan.

Maar ook dat gevoel had ik deze vakantie weer, ondanks dat het natuurlijk een prachtige reis was, met fijne mensen om me heen en dat ik heel veel heb om van te houden. Ik kan gelukkig wel huilen en durf wel mijn emotie te laten zien aan de kinderen, dat vind ik ook belangrijk, want zo leren ze dat verdriet een normale reactie is en dat verdriet er mag zijn. Dus huilde ik, soms stil, soms zichtbaar. 

Ik appte in de vakantie naar mijn broertje en zusje, mijn zusje was al bang dat ze een sentimenteel appje zou krijgen, dat klopte dus. En zoals ze zei; "deze reis maak je waarschijnlijk om te voelen en te verwerken." En ik denk dat dat ook klopt.

Het blijft een gemis om geen ouders meer te hebben, heb je ze nog wel? Koester ze, zeg dat je van ze houdt, dat je ze dankbaar bent. Nu kan het nog.

Back Again

En dan is het zo opeens 5 jaar verder. Onmogelijk om de afgelopen 5 jaar tot in detail te beschrijven, maar wel mogelijk om dit blog weer nieuw leven in te blazen. Omdat schrijven me altijd heeft geholpen, omdat schrijven me blij maakt, omdat ik met woorden uitdrukking kan geven aan mijn gevoel, omdat ik van woorden hou.


maandag 17 september 2018


Wie wordt herinnerd, leeft....


Ik moest aan je denken, zomaar ineens. Of misschien zag ik iemand die op jou leek. Het is nou niet zo dat we elkaar heel goed kende. Integendeel eigenlijk. We hadden een gezamenlijke neef en nicht. Jij van de ene kant, ik van de andere kant. We waren van dezelfde leeftijd, dat schept dan een band waarschijnlijk. We speelden in mijn herinnering met elkaar op verjaardagen als we elkaar zagen. Niet wij met zijn tweeën, maar wij met zijn allen. Je was opvallend, omdat je je onderscheidde doordat je een spraakgebrek had. Dit had te maken met een aangeboren afwijking, het fijne weet ik er niet van, maar met de kennis die ik nu heb, zou ik zeggen dat je schisis had. Je was hierdoor moeilijk verstaanbaar en kwijlde terwijl je sprak. Je zat hiervoor ook op een speciale school. De indruk die op de loer lag, was dat je misschien ook wel verstandelijk beperkt was. Dit was zeker niet zo! Ik vermoed dat er mensen waren die dit wel dachten. Ik weet niet of ik het zelf ook dacht als kind. Ik denk het eigenlijk niet. Je hoorde er wel gewoon bij eigenlijk en deed gewoon mee. Als ik mijn ogen dichtdoe, kan ik nog horen hoe je praatte. Je hebt dus wel echt indruk gemaakt als kind op me.

Toen we ouder werden, zagen we elkaar natuurlijk minder. Zo gaan die dingen. Via via hoorden we vast wel over elkaar hoe het ging. Tenminste ik wel. 15 jaar geleden werd jij ziek, wat ik me nog herinner is dat mama mij vertelde dat je buik heel erg opgezet was en je pijn had. Het woord zwanger kwam ook nog voorbij, maar ik weet niet meer in welke context. Het ging in mijn herinnering heel snel. Ik heb je nog een brief geschreven, voelde me toch op de één of andere manier verbonden met jou. Ik weet niet of je hem gelezen hebt. Je overleed op 31 jarige leeftijd. Dat heb ik er tenminste van gemaakt in mijn hoofd, misschien was je nog maar 30 of misschien was je al 32. Af en toe kom je voorbij in mijn gedachten, ik weet niet waarom, het gebeurt, zomaar. Dan vraag ik me af, als je er nog was, hoe zou het dan met je gaan, zou je kinderen hebben gehad, zouden we elkaar nog tegen gekomen zijn. Tegelijkertijd realiseer ik me dan, hoe gezegend ik zelf ben, in en met alles.

Van de week was dus weer zo'n momentje, gewoon in de auto. Toen dacht ik: “en nu ga ik daar iets over op schrijven.” Want eigenlijk is het gewoon mooi dat jij af en toe even langs komt, gedag zeggen misschien en even laten weten dat jij hebt bestaan en de moeite waard bent, om te worden herinnerd.


Dag Nathalie.......


woensdag 29 augustus 2018

Een regenbui

Een olifant van waterverf
moest schuilen voor de regen.
De overdekte bushalte
kwam dus als een zegen.

Hij paste er maar net aan in
en naast hem stond een slak
"gezellig", zei de olifant.
Maar de slak dacht enkel "kak".

"Straks gaat dat logge beest,
nog boven mij staan.
En met mijn matig tempo
is het snel met mij gedaan".

Hij moest snel iets verzinnen
want de bus liet zich niet zien.
Lijn zevenvijfendertig,
nog een minuut of tien.

"Bent u echt van waterverf?
Ik ben een connaisseur.
Het ziet er uit als olie,
u kunt zo de regen deur".

De olifant was goedgelovig
en vanaf toen ging alles snel
de plas die kleurde blauw en grijs
"Oeps! toch een aquarel".

Huttenbouw

Zoals in veel dorpen om ons heen staat de laatste vakantie week in het teken van "huttenbouw". Geen idee of dit overigens landelijk is, maar ik ken het al sinds mijn eigen jeugd. Da's best een tijd geleden. Nog steeds actueel dus en omdat ik er zelf leuke herinneringen aan heb, leek het mij een goed idee om de meisjes aan te melden voor de plaatselijke huttenbouw. Er kwam enige overtuigingskracht aan te pas, maar er werd ingestemd. Natuurlijk hadden ze geen flauw idee wat e.e.a nou allemaal inhield, maar het feit dat hun vriendinnetje ook ging, was vooralsnog genoeg.

Nou zijn onze lieve schatten niet geweldig motorisch onderlegd en ook niet heel erg handig. Eerder het tegenovergestelde eigenlijk gewoon. Dus naarmate de datum dichterbij kwam, begon ik hem toch stiekem een beetje te knijpen. Blauwe vingers, bloedende tenen, spijkers in voeten domineerden even mijn gedachten. Was het nou wel zo'n goed idee?

Bij thuiskomst na vier weken vakantie, moesten er spijkers en hamers ingeslagen worden. Gelukkig heeft opa op zolder een heuse werkkamer, de bouwmarkt is er niets bij, dus dat was snel geregeld. Joan begon al een beetje terug te krabbelen, ze wist niet of ze wel wilde en het wel leuk zou vinden. Na wat over en weer appen om te kijken of vriendin nog ging, toch een knoop doorgehakt. We gaan het gewoon proberen!

De grote dag was daar, op pad met hamers en spijkers. Meer niet, want deze beginneling dacht niet aan snoepjes, koekjes, drinken etc. natuurlijk. Ik was al blij dat ik twee meisjes mee kreeg.
Ik kon de spanning bij Joan voelen en eerlijk gezegd snapte ik hem ook. Een hectiek aan nerveuze kinderen en bijbehorende ouders. De "die hards" die precies wisten wat er van ze verwacht werd en klaar staan voor.....ja waarvoor eigenlijk? Want de groentjes zoals wij hadden geen idee wat er precies ging gebeuren. Ook dit brengt spanning met zich mee.
Na het startschot ging het los; neeee niet door het lint heen, je moet via het paadje, je kaartje laten zien, oooooo laat maar! De eerste 75 zijn al door het lint gegaan. Zoiets.

Ik zag het niet echt gebeuren dat de drie kleine dames, of misschien zelfs wel maar twee, zelfstandig een hut moesten maken. Er moest dus aansluiting gezocht worden. Het leek mij strategisch handig om dit te doen bij wat grote kinderen. De meisjes waren erg onder de indruk wat er allemaal om zich heen gebeurde en hadden weinig notie van wat nou precies de bedoeling was. Verwachten dat ze zich uit zichzelf ergens bij gingen aansluiten was redelijk optimistisch. Dus de stoute schoenen aan en eens kijken wie deze dames wilde adopteren. Dat was nogal een tegenvaller! Was ik even vergeten hoe moeilijk sommige kinderen het vinden om te delen of af te wijken van hun plan! "We wilden eigenlijk met zijn tweetjes." "Onze groep is al zo groot (4)", zijn antwoorden die we te horen kregen. En soms hoef je niet eens iets te horen maar alleen te zien of voelen hoe er over gedacht werd.

Uiteindelijk een groepje met daarin twee lieve meiden die de meisjes er wel bij wilden hebben. De jongens uit het groepje waren echter niet van plan om deze mopjes officieel toe te laten. Ze werden gedoogd, that's it.
Nu hebben de meiden van dit alles overigens geen last gehad, die huppelen gewoon nog lekker naïef overal tussendoor.
Joan ging toch mee naar huis en Kate bleef met vriendin. Apetrots aan het eind van de dag dat zij verantwoordelijk waren voor het maken van de kapstok in de hut. Toen ik Kate kwam halen, zaten ze heerlijk spijkers tussen de voegen in de tegels te timmeren, je moet het maar verzinnen. En natuurlijk gingen ze morgen weer.

Kate maakte de 3 dagen vol, Joan proefde even 2 uurtjes, maar besloot dat het niet haar ding was. Ik denk dat Kate zich nagenoeg niet heeft bemoeid met het bouwen van de hut, maar vooral gesocialiseerd heeft.
En dat vind ik eigenlijk gewoon heel mooi; ze gaat uit van haar eigen kracht en doet waar ze goed in is; keuvelen, rommelen, kletsen en een blij ei zijn, ook bij de huttenbouw!

Volgend jaar laat ik het los.......





maandag 28 mei 2018

Vrijheid





De meisjes hebben hun vrijheid ontdekt. Sinds een maandje kunnen ze goed fietsen en waren het eerst nog rondjes op de parkeerplaats voor de deur, al gauw werd gevraagd of de grens een beetje verlegd kon worden.

Na een paar keer samen oversteken, via het zebrapad, fiets aan de hand, mochten ze zelfstandig de straat in. Wij wonen net buiten de straat, dus er moet altijd overgestoken worden. In de straat wonen twee kinderen van school, die helaas nog niet mogen oversteken. Ook woont er een overblijfjuf in de straat en is in het wijkje achter de straat een speeltuin en aan de andere kant een speelbos(je). Ik geef ze dus geen ongelijk dat ze op avontuur willen, genoeg te doen.

Elk niet ingevuld moment, zijn ze op pad met zijn tweeën. En hoewel het een natuurlijk proces is, vind ik het wel een dingetje. Het is weer loslaten met een hoofdletter L.
Dat dat voor veel mensen lastig is tegenwoordig, merkte ik aan het feit dat schoolgenootje 1 ook een meisje van zes uit groep drie, nog niet alleen naar de speeltuin mag. Als ik vraag waarom ze dat niet mag (ze hoeft tenslotte niet over te steken) antwoorden de meisjes dat haar moeder bang is dat ze ontvoerd wordt.
Ik weet niet of ze daar aanleiding toe heeft, maar het zette me wel aan het denken.

Niet zo zeer of ik daar ook rekening mee moest houden, maar meer of we daar niet een beetje in doorslaan. Ik heb geen wetenschappelijk onderzoek gedaan, maar zou het nou echt zo zijn dat er tegenwoordig meer kinderen ontvoerd worden dan vroeger?

Naar mijn idee speelden wij vroeger al veel eerder buiten zonder papa of mama. Iedereen speelde buiten, daar vond het leven plaats. Maar het moet gezegd, de sociale controle was ook waarschijnlijk wat groter. In ieder geval in het buurtje waar ik ben opgegroeid. Een volksbuurt waar 's avonds voor de huizen op de stoep met elkaar een pilsje werd gedronken, terwijl de kinderen balletje trap in de straat deden.
Jagen we onze kinderen geen angst aan door ze te zeggen dat ze niet mogen spelen omdat we bang zijn dat ze ontvoerd worden? Kunnen we ze niet beter leren wat te doen in bepaalde situaties?

Ikzelf maak me eerder zorgen over dingen zoals dat ze te dicht bij de sloot spelen en er dus invallen. Dus geef ik ze in ieder geval die handvatten mee; “zolang je nog geen zwemdiploma hebt, blijf je uit de buurt van water als wij er niet bij zijn”. Ik kan het niet controleren of dit ook daadwerkelijk doen, maar hoop dat ze stiekem nog ergens een beetje gehoorzaam zijn.
Je kunt ze nou eenmaal niet in een glazen kooitje stoppen. Ze moeten leren met vallen en opstaan. Zowel figuurlijk als letterlijk. Dit kunnen ze alleen maar leren als wij ze het vertrouwen geven. Neemt niet weg dat dit een lastig proces is. Maar bij nummer 3 en 4 gaat het in ieder geval heel wat makkelijker als bij nummer 1!

De meisjes zijn dus heerlijk op pad, halen bij het ene klasgenootje watermeloen, worden door de moeder van het andere klasgenootje voorzien van een pleister bij een valpartij, maken nieuwe vrienden in de speeltuin en scoren bij de overblijfjuf een ijsje. Ze schromen totaal niet om zichzelf overal uit te nodigen, deze twee sociale beesten. Aan het meegeven van deze handvatten wordt nog volop gewerkt.